Comment? (artikel eerder verschenen in Drop, juni 2019)
Voorzetsels van plaats/prépositions de lieu
Het voorzetsel à, meestal met de betekenis van in of naar, wordt vaak gebruikt.
Dit voorzetsel à ziet er als volgt, afhankelijk van de mannelijkheid of vrouwelijkheid van het land of de plaats.
Je suis au marché (a + le wordt au) – Ik ben op de markt
of ook Je vais au Portugal (le Portugal, dus à + le) – Ik ga naar Portugal
Elle va à la plage (à la blijft hetzelfde) – Zij gaat naar het strand
Nous sommes aux Etats-Unis (les Etats-Unis is meervoud a + les wordt aux) Wij zijn in Amerika.
Als het land vrouwelijk is, wordt het voorzetsel en gebruikt.
J’habite en France – ik woon in Frankrijk.
En hoe weet je of een land vrouwelijk of mannelijk is? Dat is een kwestie van onthouden. Ik geef hier de meest voorkomenden
La France Le Portugal
La Hollande Le Maroc
La Belgique Les Etats-Unis
L’Italie (vrouwelijk)
L’Espagne (vrouwelijk)
L’Angleterre (vrouwelijk)
Bij het gebruik van een plaatsnaam wordt ook het voorzetsel à gebruikt, onafhankelijk van de grootte van de stad, het dorp of een gehucht. Maar zeker geen vorm van een lidwoord erbij! Alleen het voorzetsel en de plaatsnaam.
Je vis à Paris, nous sommes à Albi, il habite à Sarlat, etc.
Het voorzetsel de geeft de herkomst of het uitgangspunt neer.
Je viens de Lyon – ik kom uit Lyon
Ook hier zijn speciale vormen als er een lidwoord bijkomt:
de + le wordt du en de + les wordt des
Ils sont du Maroc, elle est de France (als het land vrouwelijk is, verandert er niets), tu es d’Italie (als het land begint met een klinker of een ‘stomme h’).
Uitdrukkingen met het voorzetsel à, handig om te weten
à la mode – in de mode
à jeun – nuchter, met een lege maag
à emporter – om af te halen (pizza à emporter)
à tes/vos souhaits – gezondheid! (na een nies)
à table – aan tafel!
à pied – lopend, te voet
à l’aise – op zijn gemak
à midi – om 12 uur
à Noël – met Kerst
Werkwoorden met à, werkwoorden hebben vaak een vast voorzetsel, het is handig om direct het bijpassende voorzetsel te leren voor de constructie van de zin. Hierover volgende keer meer!
Penser à, aider à, dire à, écrire à, réfléchir à, commencer à, répondre à, réussir à, rendre visite à, s’amuser à, s’intéresser à
Commencer à
Voorzetsels en internet
Hier wordt altijd sur gebruikt.
Surfer sur internet, je suis sur Facebook, sur Instagram, être sur les réseaux sociaux (op de sociale netwerken zitten/zijn).